032 / De 5 grootste fouten bij de omzetting van de AVG

Wat zijn de grootste fouten die voorkomen bij het omzetten van de AVG bij bedrijven?

Het correct implementeren van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) kan een uitdagende taak zijn voor bedrijven. Er zijn veel voorkomende fouten die bedrijven maken bij het omzetten van de AVG.

Dit zijn de 5 waar u op moet gaan letten:

1.  Geen grondslag hebben voor de verwerking van persoonsgegevens: Bedrijven moeten altijd een legitieme grondslag hebben voor de verwerking van persoonsgegevens ( Artikel 6, AVG: Rechtmatigheid van de verwerking). Dit kan bijvoorbeeld toestemming zijn van de betrokken persoon, een contractuele verplichting, wettelijke verplichting, gerechtvaardigd belang of publiek belang. Als bedrijven geen grondslag hebben voor de verwerking van persoonsgegevens, zijn ze in strijd met de AVG.

2.  Geen adequate privacyverklaring: Bedrijven moeten transparant zijn over hun verwerking van persoonsgegevens. Zij moeten betrokkenen op de hoogte stellen van de manier waarop hun gegevens worden verwerkt. Dit gebeurt via de privacyverklaring. Als de privacyverklaring van een bedrijf niet adequaat is of niet voldoet aan de vereisten van de AVG, kunnen er problemen ontstaan.

3.  Geen adequaat beleid voor gegevensbescherming: Bedrijven moeten een adequaat beleid voor gegevensbescherming hebben dat voldoet aan de vereisten van de AVG. Dit beleid moet beschrijven hoe persoonsgegevens worden verwerkt, opgeslagen en beveiligd. Bedrijven moeten ook procedures hebben voor het melden van datalekken. Zij moeten reageren op verzoeken van betrokkenen om toegang tot hun persoonsgegevens.

4.  Geen Data Protection Impact Assessments uitvoeren: Een Data Protection Impact Assessment (DPIA) is een proces om de privacyrisico’s van een bepaalde gegevensverwerking te beoordelen. Bedrijven moeten een DPIA uitvoeren voordat ze een gegevensverwerking uitvoeren die waarschijnlijk een hoog risico oplevert voor de privacy van betrokkenen. Als bedrijven geen DPIA uitvoeren wanneer dit nodig is, kunnen ze in strijd zijn met de AVG.

5.  Geen functionaris voor gegevensbescherming aanstellen: Bedrijven die verplicht zijn een functionaris voor gegevensbescherming (FG) aan te stellen volgens de AVG, moeten dit ook daadwerkelijk doen. De FG is verantwoordelijk voor het adviseren van het bedrijf over de AVG. Verder moet de FG toezicht houden op de naleving van de AVG. Als bedrijven geen FG aanstellen terwijl dit wel verplicht is, kunnen ze in strijd zijn met de AVG. Heeft u vragen neemt u dan gerust met mij contact op.

Kortom, bedrijven moeten zich bewust zijn van de vereisten van de AVG en zorgvuldig te werk gaan bij het implementeren van de AVG. Dit zal hen helpen om te voldoen aan de AVG en de privacy van betrokkenen te waarborgen .